Rob Heerdink, Taalvrijwilliger Gilde Utrecht sinds 2009
Wat waardeer je het meest bij dit vrijwilligerswerk?
"Ik heb culturele antropologie gestudeerd en lesgegeven in maatschappijwetenschappen en bedrijfseconomie. Ook werkte ik als docent maatschappijleer (ROC) en mentor Schakelopleiding Hoger Onderwijs (ROC). Ik heb altijd interesse gehad in culturen. Voordat ik via het Gilde aan de slag ging, werkte ik een tijdje bij Vluchtelingenwerk als maatschappelijk begeleider. Als vrijwilliger had ik daar een beetje te veel verantwoordelijkheid voor wat betreft dossiers en contacten met instanties. Zoals het gaat bij het Gilde vind ik het prettiger. Met veel van de taalvragers heb ik nog contact."
Wat zorgt ervoor dat jij en jouw taalvrager goed bij elkaar passen?
"Al mijn taalvragers waren en zijn geïnteresseerd in cultuur en praten graag over globalisering, of ze nu uit Iran, Ethiopië, Syrië of Portugal komen. Voor mij is het belangrijk dat we met plezier over cultuur en geschiedenis kunnen spreken, openstaan voor elkaar en relativeren. Een van mijn taalvragers, een componist uit Iran, houdt van de gedichten van Hafez (een beroemde Perzisch dichter en mysticus in de soefitraditie), maar ook van de boeken en programma’s van Adriaan van Dis. Van hem leer ik van alles over muziek. Graag help ik mensen om zelfstandig te kunnen functioneren. Ik help hen om zich makkelijker uit te drukken in de Nederlandse taal en vertel ze over onze cultuur."
Welk materiaal gebruik je het liefste?
Rob heeft twee boeken meegenomen waar hij weleens iets uit gebruikt, nl 'Bagage: Kennis van de Nederlandse samenleving' (Nelleke Koot) en 'Thema’s Maatschappijleer havo' ( Bas Schuijt e.a.).
"Het is niet zo dat we opdrachten uit de boeken behandelen. Ik doe het soms, als dat belangrijk is voor iemand die zijn spreekvaardigheid wil vergroten. Zo heb ik laatst met mijn Portugese "leerling" het hele maatschappijleerboek voor de havo behandeld.
Omdat ik jaren als docent heb gewerkt en inmiddels zoveel ervaring heb, ontstaan de gesprekken vanzelf. Ik gebruik opdrachten uit de boeken als uitgangspunt voor gesprekken."
Waar spreek je af?
"We spreken af bij mijn taalvrager thuis. In het verleden heb ik weleens op de zesde verdieping van het Stadskantoor afgesproken, omdat je daar ‘s avonds rustig kunt zitten, maar in de regel dus thuis. In een enkel geval gaan we ergens heen, zoals naar het Castellum Hoge Woerd om het Romeinse schip te bekijken. Voor wie hierin interesse heeft, zijn dit leuke uitstapjes.
Het meest opmerkelijke wat ik heb gedaan is een Chinese meneer helpen. Deze wilde op hoge leeftijd nog zijn rijbewijs halen, maar had moeite met bepaalde verkeerssituaties. In mijn auto zijn we over een aantal rotondes gereden, waarbij ik hem uitlegde waar hij op moest letten! Uiteindelijk heeft hij, nadat hij heel vaak was gezakt, tóch zijn rijbewijs gehaald. Ik heb nog in zijn rijsimulator gezeten die in zijn snackbar stond. Het lukte mij daar maar niet om een heuveltje op te komen!
Wat lastig kan zijn, is dat je allerlei (grote) cadeaus krijgt aangeboden als dank voor je hulp. In China is het bijvoorbeeld gewoonte cadeaus te geven om de balans te herstellen. Ik heb geleerd een grens te stellen door te zeggen dat we in Nederland zijn en dat hier niet doen."
Heb je tips voor andere taalvrijwilligers?
"Doe een stapje in hun leefwereld zonder belerend te worden. Sta open voor het individu. Hoe laagdrempeliger, hoe toegankelijker en dus ook een grotere kans op verbetering van de spreekvaardigheid. Geef duidelijk aan waar je eigen grenzen liggen als vrijwilliger."
Tekst en beeld: Gitta